Een werknemer in loondienst vraagt eenvoudig een hypotheek aan als deze een eigen woning wil kopen. Een uitzendkracht daarentegen kon dat tot voor kort niet. Vreemd, want een uitzendkracht heeft soms meer werkzekerheid dan de werknemer in loondienst.
“Dankzij de bundeling van krachten van uitzendbureaus, hypotheekverstrekkers, Vereniging Eigen Huis en Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen hebben nu ook uitzendkrachten toegang tot een eigen woning.” Aan het woord is directeur van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU), Jurriën Koops. De ABU is sinds 1961 dé belangenbehartiger voor ondernemers in de uitzendbranche. Met 560 leden vertegenwoordigt de brancheorganisatie circa 65 procent van de markt.
Arbeidsmarkt van de toekomst
Digitalisering en technologische innovaties veranderen de arbeidsmarkt razendsnel. Om bij te blijven, wendbaar en weerbaar te zijn, is flexibiliteit voor ondernemers een must. Werk wordt daarom vaker opgedeeld in kleine flexibele eenheden die gemakkelijk via digitale platforms worden aanbesteed aan (zelfstandig) werkenden. Naar verwachting zal de flexibele schil in 2020 ongeveer 30% zijn: als werknemer, als uitzendkracht, als payrollkracht, als zelfstandige, in meerdere kleine banen, of hybride met van alles een beetje. Dat vraagt om verandering. De ABU geeft als grootste werkgeversorganisatie binnen de uitzendbranche vorm aan de arbeidsmarkt van de toekomst. Een prachtig voorbeeld daarvan is dus de perspectiefverklaring.
Werkgeversverklaring
Koops licht toe: “Het is op zijn zachts gezegd vreemd dat een werknemer in vaste dienst met een werkgeversverklaring in de hand een hypotheekaanvraag kan doen en een uitzendkracht niet. Wat zegt zo’n stuk papier? Het vertelt enkel iets over het verleden, niets over de toekomst.”
Een perspectiefverklaring kijkt vooruit, naar de toekomstige positie op de arbeidsmarkt. De verstrekker (een uitzendondernemer) onderzoekt of een flexkracht op basis van opleidingsachtergrond en werkervaring in een bepaalde regio de komende periode in staat is een bepaald inkomen te vergaren. Samen met een beoordeling van de intercedent geeft dit een nauwkeurige voorspelling van het verdienvermogen van de flexwerker. “Dát is wat waard,” benadrukt Koops.