“Onderneming met keurmerk overtreedt de wet” of “Toezichthouder constateert misstanden bij een gecertificeerd bedrijf”. Dit soort teksten verschijnen wel eens in de media. Gevolgd door vragen als: Welke waarde heeft een keurmerk eigenlijk? En is een keurmerk dan een wassen neus? Nee, dat is absoluut niet het geval! Maar een keurmerk is ook niet de oplossing voor alles en al helemaal niet voor moedwillige fraude en malafide gedrag.
In dit artikel lees je meer over de rol van een keurmerk in geval van fraude of malafide gedrag. Ligt de taak van een keurmerk bij het opsporen van verkeerd gedrag? Kán een keurmerk dit wel opsporen? En welke sancties zijn er mogelijk?
Wat is een keurmerk?
Een keurmerk is een zelfreguleringsinstrument. Het wordt door een sector of branche ontwikkeld en ingezet om verschillende redenen:
- De sector kan druk ervaren, bijvoorbeeld vanuit de overheid of anticiperend op de dreiging van wetgeving, om de sector te reguleren en om maatregelen te treffen zodat de kwaliteit omhooggaat.
- Een sector of branche kan zelf de behoefte hebben om de markt te ordenen en het kaf van het koren scheiden.
Het doel van een keurmerk is altijd om de kwaliteit van de sector te verhogen door het handelen van de organisaties in die sector verbeteren. De kwaliteitseisen zijn bij voorkeur gebaseerd op de kwaliteitsrisico’s in een sector met als doel om die risico’s te verminderen. Een keurmerk is nooit allesomvattend, maar selectief.
Bij een keurmerk stelt de sector samen met de stakeholders de kwaliteitseisen vast en laat deze toetsen door certificerende of inspectie-instellingen of andere controleurs. Het kenmerk van een keurmerk is dat er daadwerkelijke controle plaatsvindt op een aantal onderdelen/aspecten, het zgn. normenkader of schema.
Een keurmerk is meestal vrijwillig, hoewel een keurmerk vaak wel een voorwaarde is voor het lidmaatschap van een branchevereniging of om mee te kunnen doen in offertetrajecten of aanbestedingen.
Lees ook: Een keurmerk is geen kartel
De rol van de auditor
Een keurmerk kent een vorm van controle op het voldoen aan een specifieke set kwaliteitseisen. Net als bijvoorbeeld bij het wereldwijde kwaliteitssysteem ISO9001 wordt er vaak middels steekproeven gecontroleerd of de organisatie ‘in control’ is en of er dus met grote waarschijnlijkheid kan worden gesteld dat aan de kwaliteitseisen wordt voldaan. Daarbij is en blijft een inspectie of audit een momentopname, al dan niet met een voorspellende waarde.
Een inspecteur of auditor die voor een keurmerk controles uitvoert is geen onderdeel van het ‘bevoegd gezag’ en heeft geen bevoegdheid om buiten de keurmerkeisen op andere zaken te inspecteren.
Reikwijdte en opvoedend karakter van een keurmerk
Een keurmerk heeft een bepaalde set aan kwaliteitseisen en een vastgestelde ‘reikwijdte’. Het gaat bijvoorbeeld over de kwaliteit van locaties, maar niet over het personeel. Of het gaat over bepaalde procedures, maar niet over de financiële kant van de organisatie. De inspecteur of auditor controleert alleen op deze vooraf vastgestelde kwaliteitseisen. Indien de onderneming niet voldoet aan die eisen, moet aantoonbaar herstel plaatsvinden. Gebeurt dat niet of onvoldoende, dan kan een sanctie worden opgelegd. Boetes bij keurmerken zijn zeldzaam. De sancties zijn meestal herinspecties, schorsing of doorhaling. Echter, vrijwel altijd wordt eerst de mogelijkheid tot herstel gegeven.
Mazen in het net?
De meest voorkomende geitenpaadjes en sluiproutes kent het keurmerk en worden tijdens de audit onderzocht. Moedwillige fraude, bijvoorbeeld met schaduwadministraties, is met het mandaat dat een auditor heeft, vaak niet op te sporen. Overtreding van wet- en regelgeving en onoorbaar gedrag dat buiten de reikwijdte van het keurmerk valt, kunnen niet door een (private) auditor worden gesanctioneerd. Hierdoor kan het voorkomen dat het bevoegd gezag overtredingen constateert terwijl een onderneming wel een keurmerk heeft en dat ook kan behouden.
Malafide organisaties blijken hun werkwijze aan te passen als het keurmerk strenger wordt. Keurmerken zijn over het algemeen niet statisch, periodiek worden de keurmerkeisen aangescherpt. Dat kan omdat de partijen in de branche strengere eisen afspreken, maar ook als blijkt dat er ongewenst gedrag plaatsvindt. De ‘gewone’ keurmerkdeelnemer zal zijn werkwijze netjes aanpassen en gaan voldoen aan de nieuwe eisen. De malafide organisatie wil maximaal profiteren van het keurmerk maar liever niet aan de eisen voldoen. Zij zoeken naar andere constructies of werkwijzen en probeert daarbij het keurmerk steeds te slim af te zijn.
Fouten maken mag, verbeteren moet
Ondernemingen met een keurmerk zijn niet feilloos. Het hebben van een keurmerk betekent dus niet dat de ondernemingen nooit fouten maken. Sowieso mogen fouten binnen een keurmerk vrijwel altijd hersteld worden. Het doel van de zelfregulering is tenslotte kwaliteitsborging én kwaliteitsverbetering. Veel keurmerken zijn zelfs gebaseerd op de verbetercyclus: Plan-Do-Check-Act. Met interne en externe audits, goede klachtenafhandeling met van daaruit verbetermogelijkheden én tevredenheidsonderzoek zoekt de onderneming continu naar verbeterpunten en voert die door.
De rol van een keurmerk bij malafide gedrag
Zoals gezegd ziet het keurmerk toe op het voldoen aan de keurmerkeisen. Dat betekent niet dat signalen van anderen, bijvoorbeeld bevoegd gezag, terzijde moeten worden gelegd. Een keurmerk kan in de reglementen opnemen dat een onderneming een sanctie opgelegd kan krijgen wanneer zij bepaalde wet- en regelgeving overtreden. Ook kan een keurmerk regelen dat naar aanleiding van signalen van derden extra inspecties of audits uitgevoerd worden. In samenwerking met partijen die toezien op de kwaliteit van de onderneming kan een mogelijk malafide onderneming extra worden onderzocht en het maximaal mogelijke worden gedaan om de onderneming in het gareel te krijgen óf te sanctioneren.
Verantwoordelijkheid bij de onderneming
Malafide ondernemingen zullen blijven zoeken naar mazen in het net. De verantwoordelijkheid voor slecht gedrag ligt áltijd bij de onderneming. Aan alle handhavende partijen de taak om elk op het eigen terrein zo goed mogelijk te zoeken naar sanctiemogelijkheden. Het betekent dus niet dat een keurmerk niets waard is als één deelnemende onderneming slecht in het nieuws komt.