De arbeidsmarkt en de wereld van werk zijn constant in beweging door marktontwikkelingen en de economische conjunctuur. Op dit moment zijn de gevolgen van de coronacrisis groot. Daarnaast zijn er een aantal trends zoals digitalisering, flexibilisering, demografische ontwikkelingen met als gevolg
ontgroening en vergrijzing.
In deze tijd hebben we te maken met veranderende voorkeuren van werkenden en vergaande individualisering. Gevolg daarvan is de afname van collectiviteit binnen arbeidsverhoudingen. Minder mensen zijn lid van een vakbond en steeds meer mensen werken op basis van een ZZP overeenkomst of op flexibele basis. Hierdoor vindt er langzaam maar zeker een verschuiving plaats van de collectieve
arbeidsovereenkomst naar een individuele arbeidsovereenkomst. Sociale partners leggen daarom bij collectieve afspraken steeds meer focus bij op zaken als duurzame inzetbaarheid, opleiden en arbeidsomstandigheden. De uitvoering en realisatie van deze afspraken liggen vaak bij Sociale fondsen. Zij beschikken immers over de middelen om bedrijven in beweging te krijgen.
Activeren van bedrijven
Een belangrijk doel van Sociale Fondsen is en wordt steeds vaker het activeren van bedrijven op thema’s als HRM, duurzame inzetbaarheid, gezond en veilig werken en arbeidsverhoudingen. Sociale partners hebben via de cao vaak afspraken hierover gemaakt.
Voorbeeldzin uit een willekeurige cao:
“Sociale partners zijn nauw betrokken bij de verbetering van de arbeidsomstandigheden en werkgelegenheid in de branche, ondersteunen van scholingstrajecten (financieel en inhoudelijk) en ontwikkelen van plannen ten aanzien van duurzame inzetbaarheid. De inspanningen van de sociale partners moeten leiden tot een duurzame arbeidsrelatie en veilig en gezond werken.”
Het uitgangspunt in bovenstaande voorbeeldzin is dat bedrijven en hun medewerkers in beweging moeten komen op verschillende thema’s. In de praktijk zien we dat dit soort regelingen en projecten vaak moeizaam van de grond komen. Het is niet gemakkelijk om bedrijven op deze thema’s te activeren.
Los van de huidige tijd waarbij, als gevolg van COVID-19, de broekriem moet worden aangehaald, is het altijd al lastig geweest om bedrijven te activeren op de wat softere thema’s. Meestal wordt er een website opgetuigd waar interventies worden aangeboden zoals een branchegerichte RI&E of opleidingsvouchers en een leerplatform. Allemaal zaken in het kader van ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid. De uitdaging is altijd om dit dan zo bij de bedrijven te krijgen dat deze interventies gebruikt worden. Zo wist een O&O fonds nog geen 50 vouchers t.w.v. EUR 500,- in twee jaar te verstrekken aan de branche. Dan heb je als fonds iets uit te leggen.
Dienstverlening Sociale Fondsen
Dingen die noodzakelijk zijn voor de dagelijkse bedrijfsvoering worden direct aangeschaft, denk aan een kapotte oven bij een bakker of een brug bij een autobedrijf. Zaken die zich daar omheen afspelen worden al wat lastiger. Een duurzame inzetbaarheidsscan die door een Sociaal Fonds wordt aangeboden en misschien net zo belangrijk is, wordt veel minder gebruikt. Het zet de verhoudingen soms op scherp.
De bijdrage aan activiteiten van een Sociaal Fonds is verplicht en bedraagt al snel 1% van de loonsom van een gemiddelde organisatie. Dat betekent dat een Sociaal Fonds vaak over miljoenen aan gelden beschikt, waar de verstrekkers van deze bijdragen niet altijd veel van zien. En daar wringt de schoen. Een Sociaal Fonds wordt dan al snel gezien als de leuke, rijke oom die je maar heel soms ziet, terwijl de
Sociale Fondsen juist bezig zijn met activiteiten die bedoeld zijn om de branche te versterken.
De achterban van een Sociaal Fonds wil vanzelfsprekend voordeel halen uit hun premie afdracht aangezien men verplicht onder een bepaalde werkingssfeer valt. De diensten die door Sociale Fondsen worden aangeboden kennen een hoog “doe-het-zelf” gehalte. De trigger om in beweging te komen ligt bij de ondernemer. Die kan zaken downloaden, zich op me hoogte laten brengen en advies inwinnen.
Urgentie bepalend voor actie
Wanneer iets cruciaal wordt voor de ondernemer, komt deze vaak direct in beweging. Een mooi voorbeeld is de NOW regeling, die werd in no time gevonden door ondernemers. De subsidieregeling voor het aanvragen van een interne jobcoach die op de website van het UWV wordt aangeboden, wordt waarschijnlijk veel minder snel gevonden door dezelfde ondernemers.
We stellen vaak dat ondernemers niet goed op de hoogte zijn van allerlei regelingen en dat er daardoor minder gebruik van wordt gemaakt. Het zit echter meer op het gevoel van urgentie en noodzaak wat maakt dat ondernemers in beweging komen. Omdat hun dienstverlening een hoog “doe-het-zelf” gehalte
heeft is het voor Sociale Fondsen te overwegen om een grotere stap richting ondernemers en werknemers te zetten, de dienstverlening meer te laten aansluiten bij de dagelijkse gang van zaken en veel meer focus te leggen op communicatie met de eigen achterban.