Duurzaamheid is een hot topic. Of het nu gaat over klimaatdoelen, milieuproblemen of maatschappelijk verantwoord ondernemen – je hoort er bijna dagelijks iets over. Dat is niet voor niets: de uitdagingen zijn groot en de noodzaak om actie te ondernemen wordt steeds urgenter. Maar wie moet er in actie komen, en hoe?
Een klimaatneutraal Europa
In 2015 is het Klimaatakkoord in Parijs gesloten. Het doel daarvan is de opwarming van de aarde beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius. De EU is hierbij aangesloten en wil zelfs een stap verder gaan: Europa moet het eerste klimaatneutrale continent worden. Om dat waar te maken, is de European Green Deal opgesteld: een plan met concrete maatregelen richting een duurzamere toekomst. Eén van die maatregelen is de invoering van de CSRD.
Wat is CSRD?
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een Europese richtlijn waarmee ondernemingen worden verplicht te rapporteren over duurzaamheid. Bedrijven worden verplicht naast het bestuursverslag, waarin financiële gegevens van het bedrijf worden gepubliceerd, ook een duurzaamheidsverslag uit te brengen.
Het doel van de CSRD is om transparant te maken hoe duurzaam bedrijven ondernemen. Daarmee worden de bedrijven zelf, maar ook consumenten, beleggers en andere stakeholders zich bewust van hoe duurzaam een bedrijf onderneemt.
Consumenten en investeerders kunnen hun keuze voor een bepaald bedrijf mede laten bepalen door het duurzaamheidsbeleid en de bedrijven zelf worden gedwongen proactief bezig te zijn met hun duurzaamheidsstrategie.
Waarover moeten bedrijven rapporteren?
De CSRD verplicht dus tot rapportering over duurzaamheid. Maar wat omvat ‘duurzaamheid’ precies? Het omvat onderwerpen rond milieu, maatschappij en behoorlijk bestuur. Dit wordt vaak omschreven als de ESG (environmental, social, and governance). Denk aan milieubeleid, mensenrechten, diversiteit, behoorlijk bestuur en nog veel meer.
Om bedrijven houvast te geven bij het opstellen van hun duurzaamheidsrapportage, zijn de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) ontwikkeld. Deze standaarden beschrijven gedetailleerd welke informatie bedrijven moeten opnemen in hun rapportage.
Hoe zijn de ESRS opgebouwd
In totaal bestaat de ESRS uit 12 standaarden, verdeeld over twee categorieën:
- Algemene standaarden (ESRS 1 & 2)
De eerste twee standaarden vormen de basis van de rapportage. Ze beschrijven hoe de duurzaamheidsrapportage eruit moet zien, en welke algemene informatie verplicht is, zoals je strategie, bestuursstructuur, en hoe je de rapportage hebt opgesteld. - Topic standaarden (ESRS 3 t/m 12)
De overige tien standaarden zijn thematisch en geven aan hoe een bedrijf moet rapporteren over specifieke duurzaamheids- of ESG-thema’s. Over welk van deze thema een bedrijf moet rapporteren, wordt bepaald via de dubbele materialiteitsanalyse.
Wat is dubbele materialiteit?
Binnen de CSRD is dubbele materialiteit een belangrijk punt. Het bepaalt over welke onderwerpen je wel of niet moet rapporteren. Je hoeft alleen de rapporteren over thema’s die materieel zijn. Een thema wordt als materieel gezien als het vanuit twee invalshoeken belangrijk is. Die invalshoeken zijn:
- Impact-materialiteit: de invloed die het bedrijf op haar omgeving heeft, bijvoorbeeld milieuschade of mensenrechtenschendingen.
- Financiële materialiteit: risico’s of kansen voor het bedrijf zelf, zoals financiële schade of een potentiële financieel groei.
Voorbeeld:
Loost een bedrijf vervuild water in een nabijgelegen rivier, dan heeft dat impact op de omgeving omdat het water uit rivier niet meer schoon is. Uiteindelijk zal het feit dat de rivier vervuild raakt ook negatieve financiële impact hebben op het bedrijf: zij zullen namelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor saneringskosten of reputatieschade lijden.
Voor wie geldt de CSRD?
Sinds 1 januari 2024 geldt de CSRD voor grote bedrijven. Deze bedrijven moeten in 2025 een duurzaamheidsrapportage uitbrengen over boekjaar 2024. Een bedrijf valt onder deze verplichting als het aan minstens twee van de volgende criteria voldoet:
- Meer dan 250 medewerkers
- Meer dan €50 miljoen omzet per jaar
- Meer dan €25 miljoen op de balans
Voor beursgenoteerde mkb-bedrijven geldt de CSRD vanaf 1 januari 2026.
Recente veranderingen: Omnibus
Op 26 februari 2025 publiceerde de Europese Commissie een voorstel voor de Omnibus-verordening. Hiermee hopen ze de regeldruk en administratieve lasten voor bedrijven te verminderen, om de concurrentiepositie van Europa te versterken.
Kort samengevat stelt de verordening dat alleen de grootste bedrijven – met meer dan 1000 medewerkers én een omzet van meer dan €50 miljoen of een balanstotaal boven de €25 miljoen – nog verplicht worden om te rapporteren. Middelgrote en kleinere bedrijven vallen daarmee buiten de CSRD.
Voor bedrijven die wél onder de CSRD vallen maar niet beursgenoteerd zijn, schuift de rapportageplicht op naar boekjaar 2027. Hoe de Omnibus wetgeving zich verder zal ontwikkelen is nog niet duidelijk.
Wat betekent de CSRD voor bedrijven in de keten?
Bedrijven die zelf niet rapportageplichtig zijn, kunnen tóch te maken krijgen met CSRD-verplichtingen. Waarom? Omdat grote bedrijven ook moeten rapporteren over duurzaamheid binnen hun waardeketen. Daardoor kunnen zij duurzaamheidsinformatie opvragen bij leveranciers, inclusief mkb-ondernemingen die zelf niet CSRD-plichtig zijn.
Het is dus slim om voorbereid te zijn. Niet-CRSD-plichtige bedrijven kunnen er ook voor kiezen om vrijwillig te rapporteren. Dit kunnen zij bijvoorbeeld doen via de vrijwillige versie van de ESRS: de VSME (Voluntary Sustainability Reporting Standard for non-listed SME’s). Rapportering aan de hand van de VSME is voldoende om te voldoen aan de verplichtingen in de waardeketen.
Aan de slag met duurzaamheid
De CSRD is een belangrijke stap richting meer transparantie en bewustwording rondom duurzaam ondernemen. Niet alleen grote bedrijven worden verplicht om hun impact inzichtelijk maken, de effecten strekken zich uit tot de hele waardeketen. Zelfs bedrijven die (nog) niet CSRD-plichtig zijn, doen er verstandig aan om mee te bewegen. Of dat nu is om aan de verwachtingen van klanten en partners te voldoen, of om zelf grip te krijgen op duurzaamheidsrisico’s en kansen. Het wordt een steeds groter onderdeel van bedrijfsvoering. Voor branche- en werkgeversorganisaties ligt hier dus een kans om aangesloten bedrijven te ondersteunen in hun voorbereiding.