Duurzame inzetbaarheid blijkt een ware uitdaging te zijn voor zowel werkgevers als werknemers. De complexiteit ervan wordt vaak onderschat, vooral in het midden- en kleinbedrijf waar de dagelijkse gang van zaken al veeleisend genoeg is. Hoe kunnen werkgevers worden aangemoedigd en ondersteund om hiermee aan de slag te gaan?
Het antwoord ligt in de vier V’s: veiligheid, vertrouwen, verantwoordelijkheid en vrijheid. Zonder deze vier voorwaarden blijft duurzame inzetbaarheid een abstract begrip dat moeilijk te realiseren is.
Veiligheid en vertrouwen gaan hand in hand. Werknemers moeten zich veilig voelen om hun zorgen en ideeën te uiten, zonder angst voor negatieve repercussies. Een veilige werkomgeving stimuleert open communicatie en bevordert het welzijn van werknemers. Verantwoordelijkheid en vrijheid vullen elkaar aan. Werknemers moeten de verantwoordelijkheid voelen voor hun taken, maar ook de vrijheid hebben om hun werk op hun eigen manier te doen.
Waarom is duurzame inzetbaarheid zo cruciaal? De arbeidsmarkt verandert snel door digitalisering, flexibilisering en de opkomst van AI. Werknemers moeten zich blijven ontwikkelen om relevant te blijven. Daarnaast is er een groeiende behoefte aan vitaliteit en welzijn op de werkplek, gezien het toenemende aantal burn-outklachten en de impact ervan op zowel individuen als organisaties.
Hoe kunnen werkgevers duurzame inzetbaarheid bevorderen? Het begint met het creëren van een cultuur waarin deze vier V’s worden gewaardeerd en gestimuleerd. Werkgevers moeten hun werknemers de ruimte geven om zich te ontwikkelen, zowel op professioneel als persoonlijk vlak. Dit kan variëren van het aanbieden van leerplatforms tot het faciliteren van een gezonde werk-privébalans.
Praktische maatregelen, zoals sociale spreekuren en flexibele werktijden, kunnen werknemers helpen omgaan met persoonlijke problemen en stress, waardoor uitval wordt voorkomen. Daarnaast is het belangrijk om een sociaal veilige werkcultuur te bevorderen, waarin diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid centraal staan.
Deze quote is geschreven door Roel Fransen, naar aanleiding van het artikel ´Sociale innovatie: goed voor werknemers én bedrijven´ van de Sociaal-Economische Raad (SER) van 9 juli 2024.