Het is inmiddels twee jaar na de eerste tekenen van de coronapandemie. De effecten hiervan zijn de afgelopen periode groot geweest, en zullen de komende tijd niet minder worden. Voor veel branche- en beroepsverenigingen betekent dat ook een extra uitdaging in hun ledenbinding. Maar kan deze periode misschien juist extra kansen bieden?
“De fase dat we ‘het nog wel even konden overbruggen’ is inmiddels wel echt voorbij”, begint Jos Wesselink. Hij is als associate partner betrokken bij Wissenraet Van Spaendonck en samen met Carmen de Jonge en Rob Bongenaar het brein achter Vereniging 3.0 – The Next Step. In die hoedanigheid spreekt hij veel branche- en beroepsverenigingen die worstelen in deze fase. “Je kan nu niet meer denken; we wachten het even af. En dat vraagt om een transformatie. Maar wat betekent dat voor de sector/beroepsgroep, de leden, maar ook de vereniging zelf?”
Plan voor ledenbinding
Als alles voorgoed anders wordt, ziet de context van de leden er misschien ook wel anders uit. “Misschien zijn sommige veranderingen zelfs wel een kans. Misschien wilde je al een tijd veranderen, en is dit juist het moment om dat aan te pakken.” Jos roept verenigingen op om daarover na te denken en ook om de ledenbinding planmatig te benaderen. “Dat gebeurt eigenlijk heel weinig. Veel verenigingen hebben geen ‘verbindingsplan’, maar het is belangrijk om dit ook vanuit je doelstellingen aan te pakken. Allereerst: wat wil je eigenlijk? Wil je meer contact, juist levendig contact, dat leden ook wat brengen in plaats van alleen maar halen, verbinden met jongere generaties?” Juist nu kan een goed moment zijn om zo’n plan eens te maken of bestaande plannen aan te passen.
Leden in beeld
Binnen het gedachtengoed van Vereniging 3.0 gaat het ook om het toekomstbestendig maken van de vereniging. Dat start bij de positie van het individuele lid, zijn of haar verwachtingspatroon en de toegevoegde waarde die de vereniging weet te bereiken op hun ‘span of control’. “We zien een trend van vaste commissies of werkgroepen naar meer korte termijn communities die werken aan verbindende sectorspecifieke projecten met een ‘kop en een staart’. Ook hier weer ledenbinding: zo kan je meer leden bij meer hele concrete projecten betrekken, waar je hun expertise op uitvraagt. Dan is het natuurlijk wel belangrijk dat je die leden scherp in beeld hebt: niet alleen de NAW-gegevens, maar ook hun strategische doelen, kennis, expertise en competenties. Dus meer focus op de ‘klant van de klant’ en de gevoelde belangen van de leden. De kans is groot dat die belangen zijn veranderd in het huidige tijdsbeeld.”
Online mogelijkheden
Hoe past corona nu in dit geheel? Online vergaderingen zijn een gevaar voor ledenbinding en veel verenigingen zien hun leden afhaken, of zelfs uitstromen. En dat terwijl je juist ook online kan verbinden. “Ja, je moet nu extra je best doen om het online aantrekkelijk te maken, bijvoorbeeld met een inspirerende spreker of interactieve vorm. Maar voor die communities en het planmatig werken kunnen de nieuwe technologieën een uitkomst bieden. Je communiceert makkelijk in een WhatsApp-groep, werkt gezamenlijk in documenten op SharePoint, hebt geen reisafstand voor je afspraak in Teams en krijgt automatisch herinneringen van je online projectmanagement programma.”
Tot slot: je eigen zichtbaarheid is een belangrijke factor bij ledenbinding. Het juiste beeld naar buiten creëert een stuk trots bij de leden op hun sector of beroepsgroep. Veel verenigingen hebben daarom juist in dit moeilijke maatschappelijke vaarwater volop ingezet op hun lobby en belangenbehartiging.